Op 30 km van onze camping La Pinède, aan de rand van Carcassonne, staat Caunes-Minervois bekend om zijn benedictijnenabdij en zijn kenmerkende rode marmer, dat enkele van de mooiste paleizen vanEuropa siert. Wat is er te zien, te doen en te bezoeken in Caunes-Minervois? Ontdek het!
Caunes, een bucolisch middeleeuws dorp aan de voet van de Montagne Noire
Caunes is gebouwd op de zuidwestelijke hellingen van de Minervois, aan de ingang van de prachtige Argent Double vallei. Het is een charmant dorpje op het Catharen platteland, in de schaduw van prachtige eeuwenoude platanen. Vroeger bekend als Buffentis (“rots”), stond het dorp in de 8e eeuw bekend als Villa Canoas. Het was omringd door wallen geflankeerd door bastions en zes poorten. Veel van de overblijfselen van deze vestingwerken zijn nog steeds zichtbaar. Hun vernietiging begon in 1590, toen de Liga van Languedoc de regio binnenviel.
De oude stad Caunes heeft zijn smalle geplaveide straatjes, oude washuizen, béal (geforceerde waterleiding) en middeleeuwse huizen behouden, in het bijzonder het Hôtel Sicard en hetHôtel d’Alibert met hun prachtige binnenplaats. De huizen die bij de monumenten horen zijn goed zichtbaar op het westen en zuiden en weerspiegelen verschillende stijlen van landelijke architectuur, soms met rijke renaissancekenmerken op de gevels, met roze marmeren deuren en ramen met kruisbogen uit de 15e en 18e eeuw.
Abdij van Caunes-Minervois
De stad Caunes-Minervois is gebouwd rond de benedictijnenabdij, die in 780 werd gesticht door de abt Anian, een vriend van de heilige Benedictus van Aniane. Een groot deel van de voormalige benedictijnenabdij, de kerk Saint-Pierre-et-Saint-Paul met zijn prachtige Romaanse klokkentoren en het abdijhuis kijken uit over de Place du Monastère. Onder het koor van de abdij komt een crypte uit op de overblijfselen van de oorspronkelijke kerk uit de 8e eeuw. Architectuurliefhebbers zullen de 11e-eeuwse Romaanse chevet en het middeleeuwse klooster, nu ondergronds, waarderen.
Kerk Notre-Dame-du-Cros
De kapel ligt aan de voet van een klif bij de ingang van de Cros-vallei. Notre-Dame en het beboste terrein herinneren aan de grote zorg die de mens door de eeuwen heen heeft besteed aan de bescherming van het milieu. Caunes. Binnen in de kerk is er een prachtig koor versierd met marmer en polychroom hout, een mooie preekstoel en een mooi Romaans gebeeldhouwd doopvont.
Onder de kapel, verborgen in de begroeiing, ligt een bron waarvan wordt gezegd dat deze wonderbaarlijk is voor het genezen van koortsen, met daarbovenop drie kleine oratoria die zich aan de muur vastklampen. Het bos naast de kapel biedt een plek om te ontspannen, met een rivier om in af te koelen, wandelpaden en picknicktafels. Het is ook een geweldige plek om te klimmen in de zomer, ongeacht je niveau, met een groot aantal routes tussen de kliffen.
Caunes, hoofdstad van marmer
Caunes is ook beroemd om zijn rode marmergroeven op de berghelling tussen Argent Double en Cros, die al sinds de Romeinse tijd worden geëxploiteerd. De reputatie van marmer was en is erg belangrijk: de koningen zelf vroegen erom voor de bouw van het Grand Trianon in Versailles, deParijse Opera, het Louvre en de Notre-Dame kathedraal. Sommige steengroeven zijn nog steeds in bedrijf, terwijl andere zoals de “Carrière du Roi” beschermde historische monumenten zijn.
Het Ecomuseum Marmer en Terroir
Bezoek het Ecomuseum “Marbre et Terroir” om meer te weten te komen over de rode marmergroeven. Dit kleine museum toont een aantal prachtige marmeren voorwerpen. Er wordt uitleg gegeven over de winningstechnieken ter plaatse, de gebruikte gereedschappen en de vormgeving en het gebruik van het marmer van Caunes-Minervois door de eeuwen heen. Tickets kunnen worden gecombineerd met een bezoek aan de abdij.
Wat je niet mag missen: de Marmer Safari, een rondleiding door het marmeren erfgoed van Caunes. Een kans om de monumentale beeldhouwwerken langs de Double de l’Argent te ontdekken en de steengroeven die op de lijst van historische monumenten staan (de steengroeve Grand Incarnat, de Grande Carrières de Gris en de steengroeve Roy).